Circa 70 belangstellenden hadden zich gemeld op 29 maart in de Luifel voor de discussieavond die was georganiseerd door de Stichting Manpadslaangebied en de Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek. In een volle zaal ontspon zich onder leiding van Ad van Amerongen een interessant debat over de toekomstig ontwikkeling van het Manpadslaangebied.
Als start van de avond worden vier korte inleidingen gehouden. Na de pauze spreken twee externe deskundigen een korte reactie, als aftrap voor de discussie in de zaal.
Paula Warmerdam en Wim Gerlagh bijten namens de Stichting Westelijk Tuinbouwgebied Haarlem het spits af. De Stichting is 20 jaar geleden opgericht om het Tuinbouwgebied open te houden en te vrijwaren van bebouwing en is daar al die jaren goed in geslaagd. Zij hebben vanaf het begin gehamerd op een visie voor het gebied. Ze hebben met verschillende partijen de handen ineengeslagen om te komen tot een landschapsbeheerplan voor het gebied (2002). Dit plan is altijd de basis geweest voor discussie over wat er in het gebied wel en niet mocht gebeuren. De Stichting ziet zichzelf daarbij ook als waakhond van dit plan. Belangrijk voor de kracht van de Stichting zijn de contacten met uiteenlopende partijen en de 500 vrienden, die de Stichting ook financieel ondersteunen. Voor iedereen die zich bezighoudt met het Westelijk Tuinbouwgebied is de Stichting een logische gesprekspartner geworden, waar iedereen toch rekening mee houdt. Een mooi voorbeeld dus voor het Manpadslaangebied.
Daarna krijgt Els Zwartendijk van Landschap Noord-Holland het woord. Zij geeft aan dat ze het logisch zou vinden om het Manpadslaangebied in te richten op dezelfde wijze zoals bij Leyduin is gebeurd, met natte grassen. Daarvoor moet het gebied afgeplagd worden. Hieraan zijn wel kosten verbonden, maar Els geeft aan dat de inrichtingskosten minder relevant zijn: de beheerskosten zijn vanuit financieel oogpunt veel belangrijker. Door het gebied te laten verwilderen ontstaat uiteindelijk bos, dus niet de gewenste openheid. Qua beheer zou het interessant zijn om toch de status van Nationaal Natuurnetwerk (NNN) te verkrijgen, omdat daar financiering aan gekoppeld is.
Verder geeft ze aan dat het kwelwater dat in het gebied omhoogkomt van bijzonder goede kwaliteit is en adviseert ze om dit natuurwater altijd te scheiden van het water van de Leidsevaart.
Als er eventueel gebouwd moet worden, doe dat dan zo compact mogelijk, met zichtlijnen op het open gebied en in aansluiting op bestaande bebouwing.
De volgende spreker is Bart Hoes, landschapsarchitect. Hem is door de organisatie gevraagd een beeld te schetsen van de mogelijkheden voor woningbouw, met zo veel mogelijk respect voor het gebied. Hij roept op om de strandvlakte te koesteren en verbeeldt aan de hand van een schets zijn idee: een centrale open ruimte in het gebied die de zichtlijn tussen Groenendaal en Leyduin herstelt. Rond die zichtlijn projecteert hij verspreide vrijstaande woningen in een natuurlijke setting, dat wil zeggen zonder tuinen en erfafscheidingen, met onverharde infrastructuur en grotendeels zelfvoorzienend als het gaat om energie en riolering. Hij had een brede plas water vanaf de Leidsevaart het gebied ingetrokken, maar geeft naar aanleiding van het verhaal van Els Zwartendijk aan dat dat ook op een andere manier kan worden ingevuld.
Tot slot plaatst Jaap Verschoor, voorzitter van HVHB, het vraagstuk over woningbouw in een breder perspectief en vraagt zich af waar in Heemstede de komende decennia gebouwd kan en moet worden. Een gemeentelijke visie hierop ontbreekt en Jaap geeft een aantal kansrijke locaties aan en werpt de vraag op of woningbouw in het Manpadslaangebied überhaupt nodig en wenselijk is. In ieder geval is een gemeentelijke visie op de woningbouwopgave noodzakelijk! Tot slot geeft Jaap aan dat een eventuele ontwikkeling van het gebied in lijn dient te zijn met het agrarische gebruik in het verleden. Qua invulling schets hij verschillende mogelijkheden, variërend van moestuinen tot ruimte voor een duurzaam, ecologisch agrarisch bedrijf.
Koester wat je hebt
Na de pauze reflecteren Fred Booy (landschapsarchitect) en Joop Maurik (bioloog en lid van de KNNV) op de inleidingen.
Fred geeft aan dat hem opvalt dat er met zoveel liefde over het mooie en kwalitatief interessante gebied wordt gesproken en dat je dat moet koesteren. Er moet vooral vanuit de kwaliteiten van het gebied gedacht worden, waarbij hij nadruk legt op de historische authenticiteit. Bollenboeren hebben hier tientallen jaren hun werk verricht en laag over laag het land bewerkt. Daar moet je niet nu rücksichtlos een nieuwe laag overheen leggen…. Bij het ontwikkelen van een nieuwe laag dienen elementen van de oude lagen meegenomen te worden.
Ook Joop vindt dat de oorsprong van het gebied goed is, de diepere bodem is van waarde en het schone kwelwater bijzonder en waard om te beschermen. Specifiek de Manpadslaan is van grote betekenis. De laan komt al voor op de oudste kaarten van dit gebied en kent nog steeds een authentieke sfeer! Ze is van wezenlijk belang voor flora (met name stinsenplanten) en fauna (onder andere vleermuizen). Joop vindt ook de volkstuincomplexen waard om te koesteren, hij noemt dit liefdevol ‘kleine natuur’, die van belang is voor vlinders en bijen.
Wonen of niet?
Daarna vindt onder leiding van Ad van Amerongen een discussie plaats met de zaal. De discussie spitst zich vooral toe op de vraag of woningbouw past in het gebied.
Trudy van Drie (bewoonster Rivierenwijk) en Ada Keur (Milieudefensie Haarlem e.o.) pleiten ervoor om het gebied vrij te houden van woningbouw. Dat is altijd het vertrekpunt geweest, geeft Trudy van Drie aan. Toen begin jaren 2000 deze kwestie in de Heemsteedse raad aan de orde kwam sprak de hele raad zich uit voor een natuurlijke of een agrarische bestemming van het gebied en niet voor woningbouw. Alleen omdat er vanwege de crisis geen middelen waren is dit op de helling komen te staan. Maar nu is er wellicht wel weer geld. Ada Keur geeft aan ‘dat woningbouw de deur openzet voor verdere versnippering. Houd liever een helder onderscheid tussen bebouwd en onbebouwd’.
Peter Jobse van Elan Wonen wijst op de maatschappelijke noodzaak voor sociale woningbouw. Mensen staan nu acht jaar op de wachtlijst. Elan ziet kansen in het Manpadslaangebied. Annie Ykema, Linge-bewoner, vraagt zich af waarom Elan Wonen
dan goede huurwoningen verkoopt en aan de voorraad onttrekt. Peter Jobse geeft aan dat voor ieder verkochte voormalige huurwoning twee nieuwe huurhuizen gebouwd kunnen worden. Maar er is geen bouwgrond…. Daarop mengt ook Antoon Schotman, toekomstig bewoner van de Cronjer aan de Herenweg zich in de discussie: dat is toch meer een financieel verhaal, dan dat je op ruimtelijke gronden kiest voor het Manpadslaangebied? Jaap Verschoor sluit daarbij aan: het is aan de gemeenteraad van Heemstede om duidelijk te maken hoe de woningbehoefte voor de eerstkomende tientallen jaren ingevuld moet worden. Op basis van zo’n meerjarenvisie komt dan wellicht naar voren dat woningbouw in het Manpadslaangebied misschien helemaal niet nodig is, of dat nu sociale woningbouw is of niet.
Pim van Oosterhout, volkstuinder en daardoor gebruiker van de Manpadslaan op alle momenten van de dag, maakt zich met name zorgen over de drukte op de Manpadslaan. Deze historische laan is eigenlijk niet voor auto’s bedoeld. Er kan nu al geen auto bij, want iedere intensivering gaat ten koste van de rust in de prachtige laan.
Wonen in de natuur?
Ada Keur is benieuwd of er voorwaarden zijn gesteld aan eventuele woningbouw in het gebied: kan dit dan energieneutraal gebeuren? Ze vraagt zich ook af hoe realistisch het idee van Bart Hoes is van verspreide woningbouw. Ook Annie Ylema heeft daar vragen over. Mooi al die onverharde paden, maar hoe komen de auto’s bij de woningen? Bart Hoes vindt dat dat onderdeel zou moeten uitmaken van de ontwikkeling van dit gebied, net als het voorkomen van allemaal eigen tuinen. Hij wil graag ‘conserverend bouwen’, inclusief experimenten met nieuwe technieken rond duurzaamheid. In de zaal blijft men sceptisch.
Bas Jonkhoff (bewoner van de Manpadslaan) komt terug op de inleiding van Els Zwartendijk. Zij heeft het daarin gehad over ‘compacte bouw’ en projecteerde dat in de zuidwesthoek van het gebied, gekoppeld aan de bebouwing van de Manpadslaan. Bas vindt dat onterecht, je kunt dat ook projecteren tegen de Rivierenbuurt aan. Els antwoordt dat zij geen principiële keuze heeft willen maken; het gaat haar vooral om dat door compacte bouw meer waardevolle groene ruimte resteert.
Steun
Frans Brugman (voorzitter van de Commissie Noord-Holland van de Bond Heemschut) houdt een pleidooi voor een zo open en groen mogelijke invulling van het gebied. En passant biedt hij de steun aan van Bond Heemschut bij het ontwikkelen van alternatieve voorstellen.
Ook de Stichting Westelijk Tuinbouwgebied Haarlem denkt graag mee, zo geeft Wim Gerlagh aan. Momenteel wil het rijk het beleid ten aanzien van beschermde stadsgezichten en beschermde dorpsgezichten uitbreiden naar beschermde landschapsgezichten. Daar liggen wellicht nieuw mogelijkheden.
Projectontwikkelaars
Kees Wierda, ook bestuurder van HVHB, benadrukt nog eens dat grote delen van het gebied in bezit zijn van projectontwikkelaars en dat ‘bezit’ in Nederland erg beschermd is. Het zal dus aan de beslissingsvaardigheid van de gemeente Heemstede liggen of er een afspraak met de projectontwikkelaars gemaakt kan worden om de ontwikkeling van het gebied ter hand te nemen. In zijn visie is het dus nadrukkelijk de gemeente die leiding zal moeten geven aan de verdere gang van zaken en hij vraagt de gemeente om
de ontwikkeling als een gezamenlijke opgave met verschillende belanghebbenden op te pakken. Daar horen de Stichting Manpadslaangebied en de HVHB ook bij.
Fred Booy geeft aan dat bedrijven zich steeds vaker willen profileren met ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Hij roept de grondeigenaren op tot ‘landschappelijk verantwoord ondernemen’.
Frieda Diel-Kroese vraagt naar de huidige status van het gebied in termen van het vigerende bestemmingsplan. Uit de zaal wordt aangeven dat dat nog steeds ‘agrarische bestemming’ is. Alleen de gemeente Heemstede kan de bestemming wijzigen. Zij wijst op de kloof die er vaak ligt tussen ‘plannen’ en ‘realisatie’ en geeft als voorbeeld de nieuwbouw van Watermuziek waar ooit prachtige plannen gepresenteerd zijn maar waar de uitvoering naar haar idee verschrikkelijk is….
Dan stuurt Ad van Amerongen op een afronding aan. Hij vraagt naar wie het gebied goed kent door naar de naam van de manege te vragen. Juist: de Knollentuin!!
Maria Wiebosch sluit de bijeenkomst af.
De avond heeft veel verschillende invalshoeken opgeleverd, waarbij is blijven hangen dat het vooral van belang is een totaalvisie op het gebied te ontwikkelen, waarbij de liefde voor het gebied (koester de openheid, de cultuurhistorische waarden) leidend moet zijn.
De gemeenteraad is nu aan zet en zij geeft vanuit deze bijeenkomst mee: haast je vooral langzaam. De positie van de projectontwikkelaars, die willens en wetens een eigen risico hebben genomen door de aankoop van agrarisch grondgebied, wordt bepaald door de gemeenteraad en door niemand anders.
En, ter afsluiting, laten we vooral met z’n allen er voor zorgen dat het gebied open en groen ontwikkeld kan worden.
Een reactie op “Verslag van de bijeenkomst van 29 maart 2017 in de Luifel over de toekomst van het Manpadslaangebied.”